Liquidatiereserve of VVPR-bis? Dit verandert er vanaf 2026
Liquidatiereserve in 2026: sneller uitkeren of minder belasting?
Je managementvennootschap maakt winst, top! Maar geef toe, da’s pas écht interessant als je dat geld ook op je privérekening ziet, toch? Enter: liquidatiereserves en VVPR-bis. Twee manieren om je winst met zo weinig mogelijk belasting uit je vennootschap te halen.
En net daar veranderen vanaf 2026 de spelregels. Want de regering wil die twee systemen beter op elkaar afstemmen. Klinkt logisch, maar in de praktijk heeft dat gevolgen. Zeker als je al een liquidatiereserve hebt, er nog snel één wil aanleggen of je afvraagt: hoe zit dat in godsnaam in elkaar?
We got you. In deze blog ontdek je wat er precies verandert, wat dat betekent voor je dividenden én wat jij dit jaar nog best doet om geen geld te laten liggen. Helder uitgelegd én met voorbeelden.
TL;DR
✔ Vanaf 2026 veranderen de regels van de liquidatiereserve.
✔ Bestaande reserves? Die kan je voortaan na 3 jaar uitkeren aan 6,5%.
✔ Het 5%-tarief na 5 jaar verdwijnt voor nieuwe reserves (vanaf 2026).
✔ VVPR-bis blijft interessant, zeker als je geen 10% vooraf wil betalen.
Liquidatiereserve, wat is dat ook alweer?
Een liquidatiereserve is een fiscaal slimme manier om geld uit je vennootschap te halen. Hoe dat precies werkt? Je boekt een deel van je winst als ‘liquidatiereserve’ (Klinkt zo onheilspellend toch? 😱) en betaalt daar meteen 10% belasting (anticipatieve heffing) op in je vennootschap.
Als je daarna 5 jaar wacht, kan je het bedrag uitkeren aan een verlaagd tarief van 5% roerende voorheffing. Omdat die 5% wordt gerekend op het nettobedrag na de eerste 10%, kom je uit op een totale belastingdruk van 13,64%. Da’s een pak minder dus dan de klassieke 30%.
Fiscaal trucje? Misschien. Maar wel een populaire manier voor ondernemers die hun winst aan een lager tarief willen uitkeren. Als je geduld hebt tenminste.
Wat verandert er vanaf 2026?
Vanaf 2026 worden de regels rond de liquidatiereserve hervormd zodat die meer in lijn liggen met VVPR-bis. Wat dat voor jou betekent? Dat hangt af van wanneer je je reserve boekt:
👉 Heb je je liquidatiereserve nog vóór 1 januari 2026 aangelegd?
Dan heb je voortaan twee opties:
na 5 jaar uitkeren aan 5% roerende voorheffing (zoals vroeger);
of vanaf 1 juli 2025 al na 3 jaar uitkeren aan 6,5% (nieuw voordeel).
👉 Leg je de reserve pas aan vanaf 1 januari 2026?
Dan is er nog maar één optie: uitkeren na 3 jaar met 6,5% roerende voorheffing. Langer wachten heeft dan geen zin meer.
💡 Belangrijk: de termijn van 3 of 5 jaar start vanaf het einde van het boekjaar waarin je de reserve aanlegt.
Een voorbeeld
Je boekt op 31 december 2025 een liquidatiereserve. Dan mag je die uitkeren:
vanaf 1 januari 2029 (dus 3 jaar later) aan 6,5%;
of vanaf 1 januari 2031 aan 5%.
Wil je nog kunnen profiteren van het laagste tarief van 13,64%? Dan moet je die liquidatiereserve aanleggen in boekjaar 2025. Vanaf 2026 verdwijnt dat 5%-tarief voor nieuwe reserves.
En wat met VVPR-bis?
Naast een liquidatiereserve bestaat er nog een andere fiscaal slimme manier om geld uit je vennootschap te halen: VVPR-bis. Hoe dat allemaal juist in elkaar zit, lees je in een andere blogpost, maar in ’t kort komt het hierop neer:
Als je kapitaal inbrengt in je vennootschap, mag je de winst vanaf het derde boekjaar na inbreng uitkeren aan een verlaagd tarief van 15% roerende voorheffing. Keer je vroeger uit? Dan betaal je 20% (nog tot eind 2025), of zelfs 30% roerende voorheffing.
Het voordeel? Bij VVPR-bis hoef je geen 10% belasting vooraf te betalen zoals bij een liquidatiereserve. Je betaalt pas belasting op het moment dat je effectief uitkeert.
Een voorbeeld
Stel: je vennootschap is opgericht in 2025 en je doet meteen een kapitaalinbreng. Dan kan je de winst van boekjaar 2025 uitkeren:
via een klassieke winstverdeling in 2029 (bij de goedkeuring van de jaarrekening van 2028), aan 15% roerende voorheffing;
of eerder dat boekjaar via een tussentijds dividend (bv. op 30 juni 2028), ook aan 15%.
VVPR-bis levert je dus al makkelijk een half jaar voorsprong op, zonder 10% voorfinanciering.
Wacht... 🤔 Wat is nu het verschil tussen de twee?
Vergelijk je de liquidatiereserve (vanaf 2026, met een uitkering na 3 jaar aan 6,5%) met VVPR-bis? Dan zit het verschil vooral in wanneer en hoe je belast wordt.
Bij een liquidatiereserve betaal je meteen 10% anticipatieve heffing, maar die wordt berekend op een omgerekend bedrag, betaald door je vennootschap, eigenlijk betaal je dus 9,09% op je brutowinst (ja we know, het zit raar in elkaar 😬).
Na drie jaar mag je dan uitkeren, en betaal je op dat moment nog eens 6,5% roerende voorheffing, maar dan enkel op het nettobedrag dat overblijft. Alles samen zorgt dat ervoor dat je uiteindelijk €85 op €100 overhoudt, wat neerkomt op een effectieve belastingdruk van 15%. (Neem een kijkje in het voorbeeld, dan wordt alles hopelijk duidelijk!)
Bij VVPR-bis is het wat simpeler: je betaalt geen voorafgaande heffing, maar wel 15% roerende voorheffing op het volledige bedrag na drie boekjaren wachten. Ook daar hou je dus €85 over op €100. Dat was dus de bedoeling van de hervorming, dat beide opties eigenlijk op 15% uitkomen. (In plaats van 13,64% vs 15%)
Een voorbeeld
Liquidatiereserve
Bruto winst: €100,00
€100 winst wordt omgerekend naar een aangelegde reserve van €90,91 (€100/1,1)
10% heffing (door vennootschap): €9,09
6,5% RV bij uitkering: €5,91
Netto bij uitkering: €85,00
VVPR-bis
Bruto winst: €100,00
15% RV bij uitkering: €15,00
Netto bij uitkering: €85,00
Beide opties leiden dus naar 15%, maar via een ander parcours. Maar VVPR-bis is niet voor iedereen. Je vennootschap moet opgericht zijn na 1 juli 2013 en aan bepaalde voorwaarden voldoen (een managementvennootschap voldoet hier meestal wel aan).
Wat als je vroeger wilt uitkeren?
Kan je geen 3 jaar wachten? Zowel bij de liquidatiereserve als bij VVPR-bis betaal je bij een vroegere uitkering 30% roerende voorheffing.
Maar let op: bij een liquidatiereserve heb je eerder al 10% anticipatieve heffing betaald bij de aanleg. Daardoor is de totale belastingdruk 36,36%.
Maar soms draait het niet om de laagste belastingdruk, maar om de vraag: hoe haal ik het snelste geld uit mijn vennootschap? En dan is drie jaar wachten misschien gewoon nét te lang. Gelukkig hebben we daar ook een blog over geschreven, met een handig Excelleke bij.
Wat doe ik nu concreet?
Heb je een managementvennootschap en wil je op termijn winst uitkeren met een liquidatiereserve? Dan is dit hét moment om even je strategie te herbekijken.
✅ Wil je nog profiteren van het 5%-tarief? Boek dan je liquidatiereserve ten laatste in 2025.
✅ Wil je sneller aan je geld raken? Keer dan uit na 3 jaar aan 6,5% (en beleg privé).
✅ Wil je geen 10% vooraf betalen? Dan is VVPR-bis misschien een idee.
Wat je ook doet, weet waar je voor kiest. Want ’t zou jammer zijn als je pas in 2026 merkt dat je geld hebt laten liggen.
Conclusie
’t Is beslist, de regering wil vanaf 2026 de liquidatiereserve en VVPR-bis beter op elkaar afstemmen. Goed nieuws voor wie sneller aan z’n geld wil geraken (ah ja, 5 jaar wordt nu 3 jaar). Minder goed nieuws voor wie fan was van dat 5%-tarief, want dat voordeel verdwijnt en wordt vervangen door 6,5%. Wil je daar toch nog van profiteren? Dan is 2025 je allerlaatste kans.
Weet je ’t nog niet zeker?
Logisch, je zou voor minder duizelen van al die cijferkes. Gelukkig duiken wij er met plezier in. Geef ons een seintje, dan halen we er onze rekenmachine bij (jep, zo’n oldschool ding dat alleen échte boekhouders nog bovenhalen).
Woordenschatlijst voor niet-boekhouders
-
Een deel van je winst dat je “parkeert” in je vennootschap om later met minder belasting uit te keren. Je betaalt meteen 10% belasting, maar kan bij uitkering profiteren van een verlaagd tarief.
-
De belasting die je betaalt op inkomsten uit kapitaal, zoals dividenden. Meestal houdt de vennootschap die automatisch in en stort ze door naar de fiscus.
-
Een dividend dat je uitkeert vóór het boekjaar volledig is afgelopen. Zo hoef je niet te wachten tot de jaarafsluiting om geld uit je vennootschap te halen.
-
Een systeem waarmee je dividenden aan een lager tarief kan uitkeren (15% i.p.v. 30%), als je voldoet aan bepaalde voorwaarden. Voor kleine vennootschappen met inbreng in geld.
-
Belasting die je op voorhand betaalt, nog vóór je het geld zelf op je rekening hebt. Zoals bij de 10% die je betaalt bij het aanleggen van een liquidatiereserve.
-
Belasting die je op voorhand betaalt bij het aanleggen van een liquidatiereserve.
-
Een deel van de winst van een vennootschap dat uitgekeerd wordt aan de aandeelhouders.